Ja, de winter verovert Nederland. Heel gezellig. De ‘echte’ bikers pakken nu de tectylspuit om hun motor te beschermen tegen pekelinvloeden, ze trekken een iets dikker spijkerjack aan en rijden gewoon door. Stoer. Maar…..voor de mensen die hun bike (of zichzelf) liever niet blootstellen aan de winter en alle bijkomende invloeden, heb ik een aantal tips in petto. Voor je de motor definitief op stal zet, moet je dus nog even aan de slag om ‘m op zijn winterslaapje voor te bereiden.
Om roest aan de binnenkant van je tank te voorkomen, dien je de tank tot aan de rand toe vol te tanken. Giet voor het tanken een reinigingsmiddel in de tank. Dit voorkomt allerlei ongewenste verschijnselen als condensvorming, verkoling van de verbrandingsruimte en verharsing van de carburateurs.
Bandenspanning met 0,5 bar verhogen (als je toch al op het tankstation bent). Als je de motor gedurende langere tijd stilzet, is het raadzaam om de motor met beide banden van de grond te zetten. Hiervoor zijn er diverse handige bokken in de handel. Bij motoren met een middenbok zet je een stuk hout of iets dergelijks onder de motorblok, zodat beide wielen van de grond komen. Heb je deze niet, draai de wielen eens per twee weken een kwart slag in de rondte.
Olie en oliefilter wisselen. In de oude olie bevinden zich verbrandingsresten, die een zuur bevatten. Als deze zuurhoudende olie langere tijd stilstaat, dan gaan deze zuurdeeltjes het staal en aluminium van de zuigers, loopvlakken en lagers aanvreten. Bij motoren met hydraulische klepstoters (b.v. Harley) kunnen de klepstoters verharsen. Het is raadzaam, voordat je de olie gaat vervangen, eerst de motor minimaal 10 minuten warm te laten lopen. Na het warmlopen is de olie dunner waardoor deze vollediger en makkelijker aftapt. Daarnaast verdampt alle condens in je uitlaat. Laat de motor bij voorkeur niet schuin op de zijstandaard staan tijdens het warmlopen. Sommige motoren krijgen dan rechtsboven in het blok te weinig of zelfs helemaal geen olie!
N.B. Afgewerkte olie en de oude oliefilter zijn chemisch afval. Lever deze in bij de gemeente!
Sluit de benzinekraan en laat vervolgens de vlotterkamers van de carburateur leeglopen. Hiervoor zit aan elke carburateur een aftapschroef, onderaan de vlotterkamer. Zo voorkom je dat de benzine in je carburateur gaat vlokken en dat de carburateur ‘verharst’ doordat de benzine verdampt en afzettingen achterlaat. Dit veroorzaakt bijvoorbeeld verstopte sproeiers. Gebruik voor het aftappen bijvoorbeeld onze extra lange schroevendraaiers. Check ook meteen even of je benzinefilter(s) nog schoon zijn en vervang deze zo nodig, zodat je in het voorjaar weer goed van start kunt gaan. Maak je motor grondig schoon, ook op de normaal onbereikbare plaatsen. Sluit het uiteinde van de uilaat goed af tegen het indringen van water. Normaal is dit geen probleem, omdat dit door het rijden verdampt en er uit geblazen wordt, maar aangezien je de motor nu niet meer start, dien je dit te voorkomen.
Mocht je tijdens het schoonmaken roest tegenkomen, haal deze dan weg met schuurpapier of een slijpstift. Breng daarna een roestwerende grondering aan. Krijg je de roest niet 100% weg (te diep), gebruik dan een roestomvormende grondering. Breng daarna de lak aan, bijvoorbeeld met een lakstift die je bij de merkdealer van de motorfiets kunt krijgen of neem zwart. Breng na het uitharden nog evt. blanke lak aan, maar vergewis je ervan of deze compatible is met de lak die je gebruikt hebt.
Reinig de ketting grondig, bijvoorbeeld met een Kettingreiniger of een milieuvriendelijke ontvetter. Daarna spuit je deze rijkelijk in met kettingspray. Spuit ketting-spray bij voorkeur op de binnenkant van de ketting (de kant die contact maakt met de tandwielen). (Tip: als je je ketting ingespoten hebt met kettingspray, wacht dan altijd minimaal 10 minuten voordat je gaat rijden. De spray is dan pas stijf en kleverig genoeg. Dit voorkomt het ‘afslingeren’ en daarmee vuile achterwielen!)
Spuit ongelakte metaaldelen met een anti-corrosie-spray in. Let er wel op, dat je de schijfremmen beslist niet inspuit, dek deze bijvoorbeeld voor het inspuiten af met een oude lap. Besteed vooral veel aandacht aan de vorkpoten en de dempersstangen van de schokdemper(s). Vet deze dun in, maar sla geen enkel plekje over. Er kunnen namelijk piepkleine roestpuntjes ontstaan, die de O-ringen beschadigen, waardoor deze gaan lekken. Ook hiervoor is WD40 erg geschikt. Gebruik ook WD40 om de zuigers van de remklauwen in te spuiten, maar zorg hierbij dat er niets op de remschijf komt.
Denk ook aan de electronica. Spuit de schakelaars op je stuur (licht, startknop, etc) in met contactspray. Dit voorkomt corrosie en ophoping van vocht. Spuit voor de zekerheid alle stekkerverbindingen ook in met contactspray. Zeker het onstekings-gedeelte. De moderne (micro) electronica is erg gevoelig voor gecorrodeerde verbindingen.
Spuit alle kabels (gas-, koppeling-, choke- en eventuele remkabel) goed in.
Spuit rubber (b.v voorvork stofkappen, benzineslangen) en kunststofdelen van je motor in met siliconenspray, behalve de banden en buddyseat.
Zet daarna de gelakte en overgebleven chroomdelen in de was, bij voorkeur een goede ‘harde’ was . Ook hierbij niet de onbereikbare plaatsen vergeten. Gebruik zeker geen was op onderdelen die warm worden (bijvoorbeeld de uitlaten), aangezien was een bruine verkleuring geeft als deze te heet wordt. Deze onderdelen kun je beter met een fijne olie beschermen, maar verwijder ook deze voordat je de eerstvolgende rit begint!
Of je nu doorrijdt of je motor in de stalling zet, het is van belang om de koelvloeistof in optimale conditie te brengen. Als het echt gaat vriezen moet je goed voorbereid zijn. Als de koelvloeistof langere tijd in de motor zit, is het raadzaam om de koelvloeistof te vervangen. Tap voor het gaat vriezen je koelvloeistof af (middels de aftapplug aan de radiateur, eventueel aftapplug aan motorblok of aan het expansievat. Maar raadpleeg voor de zekerheid het handboek van jouw type motor hiervoor) en vang deze op in een opvangbak. Houd er rekening mee dat koelvloeistof chemisch afval is, dus lever het apart in voor een schoner milieu. Gebruik geen water wat aangelengd is met koelvloeistof. Je bent dan wel een beetje beschermd tegen de vorst, maar je zal dan goed moeten berekenen hoe de verhoudingen tussen het water en de koelvloeistof moeten zijn. En als dat fout gaat dan kan het alsnog gaan “vlokken” en biedt het dus nog geen optimale bescherming. Gebruik dus gewoon koelvloeistof. Ten eerste beschermt deze tot -18ºC en ten tweede zitten hier additieven (toevoegingen) in die bijvoorbeeld het aluminium van je blok niet aantasten. Deze additieven kunnen ook je waterpomp “smeren”. Ook heeft de koelvloeistof een hoger kookpunt dan water, waardoor je motor minder snel oververhit raakt als je weer gaat rijden.
Stop een in olie gedrenkt, maar niet druipende, lapje in het uiteinde van de uitlaat.
Om corrosie aan de cylinderwand, zuigerveren en klepzitting te voorkomen ga je als volgt te werk: draai de bougies eruit, en spuit ongeveer 20ccm (+/- een eetlepel) verse motorolie in elke cylinder. Vervolgens ZONDER bougies de motor herhaaldelijk starten (de motor mag dus in geen geval echt aanspringen!). Op deze manier verdeel je de nieuwe olie door het hele blok. Met de bougie sleutel draai je de bougies vervolgens weer terug (handvast), gebruik een klein beetje kopervet aan het schroefdraad. Wil je het helemaal perfect doen, herhaal dan deze stap gedurende de hele winterslaap om de twee maanden.
Accu uitbouwen, zonodig bijvullen met gedestilleerd water en helemaal opladen. Vet de polen in met accupoolvet of zuurvrije vaseline. Vervolgens de accu op een droge en niet te koude plek (zeker nooit onder de 0ºC!) wegzetten. Laad de accu om de drie weken vol met een geschikte acculader, of laad hem constant met een automatische druppellader. Let bij het laden erop dat de laadstroom van de acculader of druppellader hoogstens 10% van de accu-capaciteit bedraagt. (bijvoorbeeld: een accu met een vermogen van 14 Ah hoogstens met een laadstroom van 1,4 Amp¨re opladen). Een zogenaamde snellader of een acculader die voor autoaccu’s bedoeld is, is dus uit den boze. Daarmee sloop je de accu! Tijdens het laden moeten de stoppen geopend zijn, i.v.m. ontploffingsgevaar. Onderhoudsvrije accu’s mogen uitsluitend met speciaal daarvoor bestemde acculaders geladen worden , eveneens in verband met ontploffings-gevaar.
Dek je motor af met een speciaal daarvoor bestemde indoor-hoes (groot of klein). Gebruik in ieder geval geen dikke slaapzakken, (wollen) dekens of katoenen lakens; deze houden vocht vast, hetgeen roestvorming in de hand werkt! Let erop dat de hoes niet in contact staat met behandelde onderdelen die (nog) vloeibaar zijn, bijvoorbeeld WD40 op de uitlaat. Heel af en toe wil het wel eens gebeuren dat deze middelen met het weefsel of kunststof van een hoes een chemische reactie aangaan. Daardoor blijft de hoes plakken aan de delen. Heb je een erg vochtige schuur, gebruik dan een vochtvreter . Deze zak hang je b.v aan het stuur onder de hoes en je kunt er zeker van zijn dat het ook na lange tijd nog droog is.
Als de vochtvreter verzadigd is, kun je hem te drogen hangen over de verwarming of je legt ‘m in de oven bij 200ºC. Stal je je motor buiten, gebruik dan een stevige buitenhoes . Het beste is om elke 2 a 3 weken te luchten. Doe dit bij voorkeur op een zonnige of een winderige dag. Draai de hoes binnenstebuiten en laat ook deze luchten. Een goed passende hoes blijft ’n centimeter of 10 van de grond, om een goede ventilatie te waarborgen. Een ademende hoes is erg aan te bevelen als je af en toe nog een stukje rijdt. Als je dat doet zet je je motor namelijk warm(er) onder de hoes, waardoor je condensvorming kunt krijgen aan de binnenkant van de hoes. Een ademende hoes voorkomt dit. Maak de hoes aan de onderkant vast om wegwaaien te voorkomen.
Zorg voor goede beveiliging. Tijdens de winterslaap van je motor is het van groot belang deze goed te beveiligen. Als de motor lang op een zelfde plek laat staan dan kan een eventuele dief zich goed voorbereiden. Het beste is om minimaal 2 sloten te gebruiken (plus het stuurslot). De clou is namelijk de tijd die een dief nodig heeft om de motor te stelen, zo lang mogelijk te rekken. Hoe langer een dief bezig is met het stelen, hoe groter voor hem het risico is betrapt te worden. Hij zal eerder van zijn plannen afzien als hij verwacht erg lang bezig te zijn. Een kettingslot is het beste slot. Hiermee kun je de motor aan een vast of groot voorwerp verankeren. Let wel op dat het slot niet de grond raakt, als dat wel zo is dan kan er meer kracht gezet worden met een betonschaar. Het beste slot is niet het goedkoopste, maar wel het beste. Dit is o.a. het Abus Granit Extreme plus 59 kettingslot met 12 mm dikke 6-hoek schakelketting. Een schijfremslot is de perfecte aanvulling op een kettingslot. Er zijn verschillende schijfrem-sloten in het assortiment. Er zijn veel verschillende prijzen en kwaliteiten.
Een ingebouwd motoralarm werkt niet tijdens de winterslaap, omdat je de accu uitgebouwd hebt (als je het goed doet). Laat je je accu erin, dan zal het alarm, op zijn laatst na een week of drie, je accu helemaal leeggetrokken hebben en je vervolgens niet meer waarschuwen bij onraad. Een goede oplossing voor dit probleem zijn druppelladers. Zodoende kun je ervoor zorgen dat de accu continue over voldoende spanning beschikt en zodoende ja alarm altijd op scherp staat.
De motordealers kunnen je altijd adviseren, en wil je helemaal gemakkelijk, zet de motor in de winterstalling bij een motorzaak.